REPLACE studie

Doel van het onderzoek

Er is vaak discussie binnen en tussen beroepsgroepen over het nut van het wisselen van een katheter in de urinewegen tijdens de antibiotische behandeling van een katheter geassocieerde urineweginfectie (CAUTI). Of een katheterwissel de kans op een recidief verkleint, is tot op heden onvoldoende onderzocht.

Achtergrond van het onderzoek

Urineweginfecties zijn na luchtweginfecties de meest voorkomende infectie waarmee patiënten zich op de eerste hulp presenteren en het is de meest voorkomende nosocomiale infectie. Ruim 30 procent van de ziekenhuisinfecties zijn urineweginfecties en daarvan is driekwart katheter geassocieerd. Een CAUTI is geassocieerd met verhoogde morbiditeit, mortaliteit, langere ziekenhuisopnames en hogere kosten. De hoeksteen van de behandeling van een CAUTI is antibiotische behandeling. Een belangrijk kennishiaat is of het nodig is om daarnaast ook de katheter te wisselen tijdens de behandeling.

Blaaskatheter wisselen of niet?

Door het grootschalige gebruik van blaaskatheters is een katheter-geassocieerde urineweginfectie (CAUTI) de meest voorkomende zorginfectie.

CAUTI’s kunnen ernstige en soms fatale complicaties veroorzaken, zoals bacteriemie en urosepsis. Of een goed functionerende katheter vervangen moet worden tijdens de antibiotische behandeling van een CAUTI blijft een onderwerp van discussie.

Wij willen met een korte vragenlijst onderzoeken of en in welke mate er sprake is van praktijkvariatie ten aanzien van het katheterbeleid in verschillende landen en medische specialismen wereldwijd.

Wij vragen u daarom vriendelijk om deze eenmalige enquête in te vullen, wat minder dan 2 minuten duurt: https://forms.office.com/e/MRCMwUb2UK

Alle antwoorden worden anoniem verzameld en deelname is vrijwillig.

Projectleiders: drs. J.I.M. van Uhm & dr. M.M.C. Lambregts
Arts-onderzoeker: E.C. Schippers